Door een groeiend wantrouwen in de overheid, trachten steeds meer burgers zich te ontdoen van hun Belgisch staatsburgerschap om allerlei verplichtingen te omzeilen. Tussen 2021 en 2023 ontving het Agentschap Belgisch Bestuur reeds 444 brieven van personen die zich staatloos verklaarden. Deze bijdrage bespreekt de juridische draagwijdte en de mogelijke mensenrechtelijke gevolgen van een dergelijke keuze.

De beweging van ‘soevereine burgers’

Sinds de uitbraak van de coronacrisis in ons land, probeert een groeiend aantal Belgen zich ‘soeverein’ te verklaren bij diens stad of gemeente. Dergelijke soevereine burgers willen afstand doen van hun Belgisch staatsburgerschap en zich zo aan allerlei overheidsmaatregelen onttrekken, zoals belastingverplichtingen en strafwetgeving. De soevereine burgerbeweging ontstond oorspronkelijk in de Verenigde Staten, maar heeft zich intussen naar andere landen verspreid, waaronder België en Nederland. De coronacrisis gaf een impuls aan de beweging in België, omdat de macht van de overheid sterker zichtbaar werd door allerlei coronamaatregelen, zoals lockdowns, mondmasker- en vaccinatieverplichtingen.

De overtuiging van de soevereine burgers is gebaseerd op pseudowetgeving. Met andere woorden, de soevereine burgers gieten hun argumenten in juridische taal, zonder enige daadwerkelijke juridische basis te hanteren. Zo argumenteren sommigen dat wetgeving een contract is, waarmee de burger dient in te stemmen. Anderen geloven dan weer dat hun ‘rechtspersoon’ bij registratie van hun geboorte werd overgedragen aan de overheid, die ze terug kunnen opeisen. Ook de FOD Financiën ontving brieven van mensen die beweerden dat ze recht hebben op een ‘geboortetrust’ en daarom nooit meer belastingen dienen te betalen. Via brieven, handtekeningen door middel van een vingerafdruk of een haarlokje en andere inventieve methodes, proberen deze burgers zich vervolgens soeverein te verklaren bij hun stad of gemeente.

Nationaliteit in het internationaal recht

Een dergelijke verklaring bij de gemeente heeft echter geen juridische waarde. Als Belgische onderdaan is het niet zomaar mogelijk om je te ontdoen van je Belgisch staatsburgerschap. Volgens de Belgische nationaliteitswetgeving, kunnen Belgen een verklaring tot afstand van nationaliteit afleggen vanaf achttien jaar. Maar dit is slechts mogelijk als de persoon in kwestie aantoont dat die een andere nationaliteit bezit of een andere nationaliteit verkrijgt ten gevolge van de verklaring. Een Belg kan dus niet vrijwillig staatloos worden, met name een persoon die door geen enkel land als onderdaan wordt erkend.

Dit is maar goed ook, want het bezit van een nationaliteit is een belangrijke waarborg om allerlei mensenrechten te kunnen genieten. Soevereine burgers focussen alleen op de verplichtingen die met burgerschap gepaard gaan, zoals de verplichting om belastingen te betalen of te stemmen bij de verkiezingen. Het klopt dat het bezit van een nationaliteit gepaard gaat met bepaalde plichten, die verschillen van land tot land, zoals stemplicht en dienstplicht. Daarnaast creëert een nationaliteit ook verschillende rechten voor de onderdanen in kwestie, die de staat verplicht is te garanderen. Zo hebben Belgen het recht om in België te wonen, steeds toegang te hebben tot het Belgische grondgebied en consulaire bijstand te genieten in het buitenland.

Daarnaast heeft nationaliteit ook een invloed op tal van andere fundamentele rechten. In principe is het uitgangspunt van het internationaal juridisch mensenrechtenkader dat mensenrechten universeel zijn en niet gebonden zijn aan juridische status, zoals nationaliteit. Zo stelde het Mensenrechtencomité in General Comment nr. 15 dat het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten van toepassing is op iedereen, ongeacht nationaliteit of staatloosheid. Dit principe geldt op enkele uitzonderingen na. Staten zijn bijvoorbeeld gerechtigd om het recht om te stemmen en het recht om zich kandidaat te stellen voor een publieke functie voor te behouden voor hun onderdanen. Voor het merendeel van de fundamentele rechten, zoals het recht op onderwijs, het recht op vrijheid en het recht op privéleven, mogen staten niettemin geen onderscheid maken tussen onderdanen en niet-onderdanen.

Echter, de praktijk toont dat personen zonder enige nationaliteit – staatlozen – vaak allerlei moeilijkheden ondervinden in het uitoefenen van dergelijke rechten. Meestal bevinden staatlozen zich in een illegale verblijfssituatie, omdat zij zich niet op een nationaliteit kunnen beroepen die hen het recht geeft in een welbepaald grondgebied te wonen. Staatlozen bezitten doorgaans ook niet de nodige identiteits- en reisdocumenten. Door hun juridische precaire situatie, kunnen zij vaak niet legaal werken, naar school gaan of een diploma ontvangen, gezondheidszorg genieten of een beroep doen op de sociale zekerheid. Ook andere aspecten van het dagelijks leven, zoals het openen van een bankrekening, een lening aanvragen, een onroerend goed aankopen, contracten sluiten en de nodige documenten aanvragen, zoals een rijbewijs of een huwelijkscertificaat, worden aanzienlijk bemoeilijkt. Bovendien lopen staatlozen zonder reguliere verblijfsstatus het risico op detentie en zelfs uitzetting.

Door zich ‘soeverein’ te verklaren, proberen de soevereine burgers staatloos te worden, zonder rekening te houden met de precaire situatie waarin ze terecht zouden kunnen komen. Hoewel de Belgische wetgeving niet toelaat dat een Belg vrijwillig staatloos wordt, zouden soevereine burgers toch een groter risico kunnen lopen op staatloosheid. Er zijn incidenten gerapporteerd waarbij burgers hun geboortecertificaat vernietigen of weigeren hun identiteitskaart op te halen, om zich zo los te maken van de overheid. Dergelijke identiteitsdocumenten zijn niet alleen essentieel om toegang te hebben tot allerlei basisdiensten, zoals gezondheidszorg en sociale zekerheid. Ze dienen ook als bewijs van een persoons identiteit, afkomst en geboorteplaats. Als de overheid de Belgische nationaliteit van een soevereine burger zou betwisten en die persoon niet langer over de nodige identiteitsdocumenten zou beschikken om diens Belgische afkomst te bewijzen, kan de persoon in kwestie staatloos worden, met alle mensenrechtelijke gevolgen van dien.

Toepassing van nationale wetgeving

De voornaamste drijfveer van de soevereine burgerbeweging is het omzeilen van allerlei verplichtingen opgelegd door de staat, waar ze nooit akkoord mee zijn gegaan. Soevereine burgers geloven dat ze zich kunnen bevrijden van die verplichtingen wanneer ze zich ontdoen van hun Belgisch staatsburgerschap. Deze redenering klopt echter niet. In het internationaal recht geldt als uitgangspunt dat een staat bevoegd is voor alle handelingen die worden gesteld op haar grondgebied, ongeacht de nationaliteit van de persoon die de handelingen stelt. Bijgevolg is iedereen die zich op het Belgisch grondgebied bevindt gebonden door de Belgische wetgeving, inclusief staatlozen en ‘soevereine burgers’. De Belgische strafwetgeving, belastingverplichtingen en coronamaatregelen blijven dus van toepassing, zelfs wanneer iemand de Belgische nationaliteit niet langer bezit.

Zich soeverein verklaren bij de gemeente heeft dus geen relevante juridische gevolgen. Soevereine burgers zijn niet staatloos in de juridische zin en blijven onderworpen aan de verplichtingen die ze trachten te omzeilen. Toch is de groeiende aanhang van deze beweging een zorgwekkende evolutie. Vaak zijn het reeds (financieel) kwetsbare individuen die gevoelig zijn voor dergelijke complottheorieën en onvoldoende begrijpen wat staatloos zijn daadwerkelijk betekent. Door hun keuze om ‘soeverein’ te worden kunnen ze in ernstige financiële problemen komen. Zo worden ze niet alleen opgelicht door de actiegroepen die toolkits aanbieden om ‘soeverein’ te worden, maar worden ze ook verleid om belastingen, boetes en andere kosten niet langer te betalen.


Tijd voor Mensenrechten biedt een platform aan mensenrechtenexperten, en gaat de kwaliteit van bijdragen na voor die op het platform verschijnen. Analyses en standpunten blijven niettemin de verantwoordelijkheid van de auteur.


Clara Van Thillo

Clara Van Thillo is doctoraatsonderzoeker aan KU Leuven en LLM-kandidaat aan NYU School of Law. Haar doctoraat handelt over UNHCR’s mandaat rond staatloosheid en wordt gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek.

0 reacties

Een reactie achterlaten

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *