Wonen is een grondrecht en het is de plicht van de overheid om zorg te dragen voor voldoende betaalbare en kwaliteitsvolle woningen. Burgers mogen hun overheid daarop aanspreken. Dat uitgangspunt vormde, samen met de rechtszaak die bekend is onder de naam ‘Klimaatzaak’, de inspiratie voor de Woonzaak.

De Woonzaak is een samenwerkingsverband van meer dan vijftig organisaties en enkele steden (zie ook onze website). Zij zien dag in dag uit de gevolgen van een woonbeleid dat geen antwoord weet te formuleren op de actuele wooncrisis. Deze uitzonderlijke coalitie eist een ommezwaai in het beleid: de overheid moet dringend het geweer van schouder veranderen, zodat iedereen in Vlaanderen zijn recht om menswaardig te wonen kan realiseren.

Artikel 23 van de Belgische Grondwet waarborgt dat iedereen recht heeft op een menswaardig leven. De wetten en decreten moeten daartoe onder meer het recht op een behoorlijke huisvesting waarborgen. Artikel 1.5 van de Vlaamse Codex Wonen expliciteert het recht op menswaardig wonen: iedereen moet kunnen beschikken over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid.

Dat staat mooi op papier, maar de realiteit is anders. Omdat het grondrecht op wonen slechts geformuleerd is als een inspanningsverbintenis en niet als een resultaatsverbintenis, blijkt het in de praktijk niet afdwingbaar voor een Belgische rechtbank.

De Woonzaak vond het principe van dat grondrecht echter ook terug in het Herziene Europees Sociaal Handvest (ESH), ook wel de “Sociale Grondwet van Europa” genoemd. Het ESH regelt de sociale rechten van de Europese burger en bevat een laagdrempelige klachtenprocedure die onder meer toegankelijk is voor NGO’s. Het ESH is complementair met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat de burgerlijke en politieke rechten van diezelfde Europese burger regelt.

Het Herziene Handvest, de inschrijving van sociale grondrechten in de Belgische Grondwet en de concretisering van het recht op wonen in de Vlaamse Wooncode (sinds 2021 ‘Vlaamse Codex Wonen’) dateren allemaal van de jaren ’90 van de vorige eeuw. Die initiatieven wekten de hoop op een betere wereld en de verwachting van meer respect voor de mensenrechten. Jammer genoeg werden die hoop en verwachting toch niet ingelost: al van bij de ratificatie van het Herziene Handvest, begin jaren 2000, formuleerde ons land een voorbehoud bij een artikel dat heel specifiek gaat over huisvesting, met als verantwoording dat het “… niet zeker [was] of de huidige wetgeving … voldoende het recht op huisvesting waarborgt …” (zie p. 9), terwijl het natuurlijk precies de bedoeling is van dergelijke verdragen dat de lidstaten die rechten stapsgewijs realiseren, in overeenstemming met hun welvaartsniveau. Dat Vlaanderen welvarend is kunnen we toch moeilijk ontkennen en nu we ondertussen een kwarteeuw verder zijn klinkt dat voorbehoud in elk geval bijzonder cynisch.

Ook mensen met minder middelen zoeken naar en hebben recht op een eigen plek, een thuis. Toch blijft het beleid schromelijk tekortschieten. Dat blijkt overduidelijk uit de stand van zaken op de drie deelmarkten: op de sociale huurmarkt is er het uiterst beperkt marktaandeel, van amper 6%, met strenge toelatingscriteria, een ingewikkeld toewijzingssysteem voor de beschikbare sociale woningen en steeds meer huurdersvoorwaarden; op de private huurmarkt vallen de zwakke woonzekerheid, de onbetaalbare woninghuurprijzen en een falende regulering van de woningkwaliteit op; op de eigendomsmarkt ten slotte zien we onevenwichtige steunmaatregelen voor het eigenwoningbezit, die vooral de hogere inkomensgroepen ten goede komen.

Met een open brief kondigden tal van organisaties en academici al voor de verkiezingen van 2019 een mogelijke klacht op basis van het Herziene Handvest aan. Ondanks ruime media-aandacht kregen ze evenwel geen gehoor bij de regeringsonderhandelaars. Toen uiteindelijk bleek dat het Vlaamse regeerakkoord van november 2019 geen enkele garantie inhield voor een omslag, zelfs integendeel zoals de afschaffing van de Vlaamse Woonraad aantoont, volgde in januari 2020 de formele opstart van de Woonzaak.

Uit een onderzoek van de universiteiten van Antwerpen en Gent en de Université Saint Louis van Brussel bleek tot onze opluchting dat het voorbehoud dat destijds geformuleerd werd bij een van de artikelen van het Herziene Handvest, geen beletsel was om tot een succesvolle klacht te komen, omdat ook andere artikelen onrechtstreeks het recht op huisvesting bevatten en de erin omschreven rechten altijd in hun samenhang met andere rechten bekeken worden.

De klacht van de Woonzaak is formeel ingediend op 17 december 2021 door FEANTSA, de koepel van Europese daklozenorganisaties. FEANTSA is één van de bij de Woonzaak betrokken organisaties en is als NGO geaccrediteerd bij de Raad van Europa. België heeft zich niet verzet tegen de ontvankelijkheid en de klacht wordt nu onderzocht door het Europees Comité voor Sociale Rechten, een expertencomité binnen de Raad van Europa. Bij de tegensprekelijke procedure worden zowel de klager als de betrokken overheid gehoord. Momenteel wacht het Comité een eerste antwoord van de Vlaamse Regering af. De uiteindelijke uitspraak van het Comité zal gaan over de mate van schending van het Handvest en komt terecht bij het Europees Comité van Ministers, dat desgevallend een resolutie goedkeurt, waarbij de lidstaat in kwestie opgeroepen wordt om het beleid bij te sturen.

Wij rekenen erop dat we de uitspraak zullen kunnen gebruiken om bij de campagne voor de Vlaamse verkiezingen van 2024 van wonen een prioritair thema te maken voor het toekomstige Vlaamse beleid.

Hoewel de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten juridisch niet afdwingbaar is, heeft ze wel een groot gezag. Haar hoge morele waarde creëert hoe dan ook een politiek feit, dat wonen hoog op de agenda kan zetten in Vlaanderen. De uitspraak over de Woonzaak zal bovendien mee de jurisprudentie vormen voor de toepassing van andere verdragen en is daarom ook van groot belang voor de voortgang van de internationale opvolging van de mensenrechten in het algemeen.

De klacht van de Woonzaak werd in het Nederlands vertaald en verscheen in boekvorm. WOONZAAK is hier verkrijgbaar.

Tijd voor Mensenrechten biedt een platform aan mensenrechtenexperten, en gaat de kwaliteit van bijdragen na voor die op het platform verschijnen. Analyses en standpunten blijven niettemin de verantwoordelijkheid van de auteur.


Hugo Beersmans

Hugo Beersmans is woordvoerder van de Woonzaak. Hij was in de jaren negentig co-auteur van de Vlaamse Wooncode en is sinds zijn pensionering in 2013 ere-administrateur-generaal van Wonen-Vlaanderen.

0 reacties

Een reactie achterlaten

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *