Endeavour is een organisatie die inzet op het verbinden van burgers, lokale overheden en ontwerpers bij het toekomstbestendig maken van de omgeving. Tijd voor Mensenrechten sprak met Jonas De Maeyer, architect en stedenbouwkundige die zich binnen Endeavour toelegt op de sociale meerwaarden van ruimtelijke ontwikkelingen. Hij is co-auteur van ‘Over de Rand’, een onderzoeksproject over de stadsrand en startte mee Heim op, een initiatief rond de ruimtelijke integratie van vluchtelingen in België. Ook schreef hij mee aan een recent verschenen pamflet waarin Endeavour pleit voor een sociaal rechtvaardige bouwshift.
Hoe ben jij bij Endeavour terechtgekomen?
Dat is een verhaal van enkele stappen. Ik heb eerst een tijd gewerkt als architect. Toen ik merkte dat ik voornamelijk geïnteresseerd was in de stad en het samenleven in de stad, besefte ik dat ik een diploma stedenbouw nodig had om meer die richting uit te gaan. Via een uitwisselingsprogramma bracht de studie stedenbouw mij naar Parsons, The New School in New York. Ik volgde er Design and Urban Ecologies. Anders dan in België zater er minder mensen met een architectuurachtergrond in die richting, maar eerder veel kunstenaars, activisten en mensen vanuit de sociale wetenschappen… Het waren stuk voor stuk personen die nadachten over de ontwikkeling van een betere stad. Daar ben ik voor het eerst in contact gekomen met het recht op de stad, sociale rechtvaardigheid en soortgelijke thema’s. Dat was een enorm boeiende periode.
Je haalt zelf sociale rechtvaardigheid aan. Hoe zou je dit concept in enkele woorden omschrijven?
Sociale rechtvaardigheid heeft verschillende dimensies. Voor mij legt Theory of Justice van John Rawls een goede basis. Stel: jij mag kiezen hoe de taart wordt verdeeld, maar je bent de laatste die een stuk mag nemen. In de veronderstelling dat je zelf een zo groot mogelijk stuk taart wil, ga je ervoor zorgen dat de taart zo gelijkmatig mogelijk wordt verdeeld. Vertaald naar het maatschappelijk niveau betekent dit dat je een wereld moet creëren waarin herverdeling ervoor zorgt dat iedereen voldoende kansen krijgt in het leven, waar je ook geboren wordt. Dat is ook een interessante manier om naar stedenbouw en architectuur te kijken. Via omgeving-, woon- en mobiliteitsbeleid vindt er een herverdeling plaats. Deze herverdeling moet zo fair mogelijk verlopen.
Met Endeavour zijn jullie momenteel bezig met een project rond de sociaal rechtvaardige bouwshift. Waar liggen de wortels van dit project?
Endeavour werkt regelmatig in opdracht van lokale besturen of overheden. We zijn actief in Vlaanderen, Brussel en Nederland. We hebben ook regelmatig projecten die we zelf initiëren, met eigen middelen, erna volgen soms subsidies. De sociaal rechtvaardige bouwshift is daar één van. Het begint vanuit een besef dat er bij stadsontwikkeling van bovenaf door enkele personen keuzes worden gemaakt die een bepaalde herverdeling met zich meebrengen. Enerzijds betalen we belastingen en met die belastingen worden investeringen gemaakt. Anderzijds bestaan er ook subsidies en kortingen om bepaalde zaken te stimuleren. Dit heeft allemaal een grote impact op hoe onze omgeving eruit ziet en die is niet altijd even wenselijk. Daarnaast profiteren bepaalde bevolkingsgroepen meer dan andere van een bepaald beleid. We merkten dat dit ook het geval is voor omgevings- en woonbeleid.
De salariswagen is daar een goed voorbeeld van. In vergelijking met vele buurlanden investeert België minder in openbaar vervoer, maar wel enorm veel in de salariswagen. Dat is een bewuste keuze die niet alleen sociaal onrechtvaardig is omdat vooral de hoogste inkomens ervan genieten, maar er ook voor zorgt dat mensen verder kunnen gaan wonen van hun werk en zich daardoor meer moeten verplaatsen – met meer files te gevolg.
Ik kan dit ook illustreren op het vlak van woonbeleid. Tot voor kort kreeg je een woonbonus bij de aankoop van een woning, die nog voor lange tijd belastingskortingen zal opleveren. De woonbonus is steeds meer in de hogere inkomenscategorieën beland en heeft er bovendien voor gezorgd dat mensen veel ruimer konden wonen. Op die manier wordt geld niet sociaal rechtvaardig verdeeld, want je zou verwachten dat er een herverdeling van boven naar onder plaatsvindt. In de realiteit zorgt de woonbonus ervoor dat het geld van alle belastingbetalers terechtkomt bij mensen in de hoogste inkomenscategorieën. Bovendien gaan ze hierdoor ruimer wonen waardoor ze maatschappelijk gezien “ongewenst gedrag” stellen.
Die sociale onrechtvaardigheid blijkt ook uit de manier waarop de overheid investeert in infrastructuur zoals wegenbouw en nutsleidingen. De maatschappelijke kosten zijn tot zeven keer hoger in laagbebouwde gebieden dan in dichtbebouwde gebieden. In laagbebouwde gebieden zijn veel meer mensen eigenaar en het zijn ook vaak die mensen die de woonbonus en een salariswagen gebruiken en veel vaker welgesteld zijn.
Met het instrumentendecreet wil de Vlaamse regering de bouwshift mogelijk maken. In een pamflet waaraan jij meeschreef, klaagt Endeavour aan dat die bouwshift niet sociaal rechtvaardig is. Waarom?
Het versnipperd wonen in Vlaanderen brengt desastreuze ecologische, sociale en economische gevolgen met zich mee. Met de bouwshift wil de Vlaamse overheid daar komaf mee maken. Er zitten zeker goede dingen in het recent aangenomen Instrumentendecreet dat die bouwshift mogelijk moet maken, maar bijvoorbeeld de regeling rond planschade is echt wraakroepend. Op basis van die regeling krijgen de eigenaars van bouwgrond die herbestemd wordt naar open ruimte een vergoeding die neerkomt op 100 % van de actuele marktwaarde. De totale kost van die planschaderegeling wordt geraamd op maar liefst 31 miljard euro. Deze regeling stelt daardoor de private belangen van grondeigenaars voorop en ondermijnt de ruimtelijke beleidsdoelstellingen van de bouwshift.
Daarnaast is er bijvoorbeeld ook een probleem op het vlak van subsidies. Subsidies met het oog op verduurzaming maken het veel makkelijker om een individuele woning klimaatneutraal te maken dan een appartementsgebouw. Zo stroomt het geld eigenlijk meer naar welvarende mensen die onduurzame keuzes maken in plaats van naar mensen die compact wonen en – bewust of uit noodzaak – duurzame keuzes maken.
Wij stellen daarom in het pamflet een sociaal rechtvaardige bouwshift voor die berust op zes pijlers. De eerste pijler plaatst het algemeen belang boven het individuele eigendomsrecht. De tweede pijler is de verschuiving van belastingen op arbeid naar belastingen op grondeigendom. De nood aan inclusieve ontwikkeling vormt de derde pijler. De vierde pijler stelt dat de winsten die voortvloeien uit de bijkomende bouwrechten in dichtbebouwde omgevingen niet privaat geoogst mogen worden. Die winsten moeten daarentegen geïnvesteerd worden in publieke voorzieningen om dichter bijeen wonen kwalitatiever te maken. De vijfde pijler streeft naar meer investeringen in openbaar vervoer. De zesde en laatste pijler zet in op investeringen om het versnipperde landschap beter te gebruiken, bijvoorbeeld voor duurzame landbouw.
Welke rol spelen mensenrechten in deze sociaal rechtvaardige transitie volgens jou?
Hoe groter de ongelijkheid, hoe groter de schendingen van mensenrechten. Een grotere ongelijkheid haalt namelijk de democratie onderuit. Dit brengt tegelijk mensenrechten in gevaar. Vandaag de dag zie je dat de mensen in kwetsbare situaties op veel manieren worden benadeeld, omdat zij zo ver van het beslissingsniveau verwijderd zijn. De beleidsmakers kunnen zich weinig inleven in hun leefwereld. Denk bijvoorbeeld aan grondeigendom. In onze maatschappij is dat heel sterk beschermd en redelijk absoluut. Grondeigendom wordt meer en meer geconcentreerd bij de rijkeren en daar wordt weinig tot geen belasting op betaald. Op die manier creëer je een sterke afhankelijkheid op bijvoorbeeld het vlak van wonen maar evengoed ondernemen. Het recht op huisvesting wordt daarentegen veel meer met de voeten getreden. Zo staan er vandaag enorm veel mensen op de wachtlijst voor een sociale woning.
De sociaal rechtvaardige bouwshift van Endeavour klinkt ambitieus. In welke mate zijn de doelstellingen die je daarnet aanhaalde haalbaar?
Het is inderdaad een ambitieus project. We zijn realistisch en gaan er dan ook niet vanuit dat onze ideeën direct ingang zullen vinden. Wel vinden we het belangrijk om een ander verhaal te vertellen. Er is soort van paradigmashift nodig in hoe we denken over ruimte en over privaat eigenaarschap. Nu wordt er vooral vanuit een ecologisch en economische insteek gekeken naar de bouwshift, terwijl de sociale insteek wordt vergeten. Dat is net iets wat wij heel hard benadrukken. Daarom noemen we het ook een sociaal rechtvaardige bouwshift. Door hierover een pamflet te schrijven hopen wij mensen anders te doen denken.
Met Endeavour zetten jullie niet alleen in op sociale rechtvaardigheid, maar ook op co-creatie. Wat betekent dat?
Dat is echt de kern van wat Endeavour doet. Het achterliggende idee is dat het creëeren van ruimte iedereen aanbelangt en dat we dat daarom moeten democratiseren. Vroeger heerste meer het idee dat de stad wordt bedacht door architecten en stedenbouwkundigen in samenspraak met de overheid. Maar die ontwerper begrijpt de plek misschien niet goed en staat vaak ook ver af van de leefwereld van de mensen die er leven. Zo waren ontwerpers vaak mannen uit de middenklasse die alles bekeken vanuit hun mannelijke bril.
Co-creatie betrekt ook de stem van de mensen die daar wonen en leven bij het maken van de ruimte. Een voorbeeld van een project van co-creatie is de feminine city die stadsontwikkeling meer vanuit een vrouwelijke en inclusieve bril wil bekijken.
Het is bij co-creatie belangrijk om ook de stem mee te nemen van mensen die vaak uitgesloten worden. Je kan hen uiteraard heel sterk betrekken via participatietrajecten. Het is makkelijk om die mensen te betrekken die een luide stem hebben en die ook goed beseffen wat het belang is van die ruimtelijke transformaties. Zij zullen vanuit hun eigen behoeftes spreken, maar dat zijn misschien niet altijd de meest inclusieve behoeftes. Om de stemmen te horen die anders vergeten worden, is er dus vaak een extra inspanning nodig en daar zijn niet steeds de nodige middelen voor beschikbaar. In plaats van rechtstreekse participatie kan je hun perspectief ook binnenbrengen door je te baseren op onderzoek naar die doelgroepen.
Je werkt nu zeven jaar bij Endeavour. Welk project ligt je het nauwst aan het hart?
Momenteel ben ik heel enthousiast over het project rond de sociaal rechtvaardige bouwshift. Maar ook bijvoorbeeld Heim, dat we een hele tijd terug deden. Beide projecten vormen een eigen initiatief en liggen daarom natuurlijk nauwer aan het hart. Dat brengt me ook bij een uniek aspect aan Endeavour: we proberen binnen Endeavour ruimte te creëren voor onderzoek of projecten zonder opdrachtgever. We starten meer vanuit een eigen initiatief, vanuit een besef dat er een bepaalde noodzaak is en bepaalde zaken een hogere plaats verdienen op de agenda. Dat zijn vaak niet de projecten die onze lonen betalen en die wel meer avonduren en weekendwerk vergen omdat die echt vanuit een passie vertrekken.
Als mensen me vragen naar een favoriet project, verwachten ze vaak dat ik antwoord met een bepaald gebouw of een bepaalde wijk. Endeavour bestaat nu al tien jaar en eigenlijk kunnen we van geen enkele plek claimen dat die “van ons” is, zoals een architect dat doet en daarbij vaak vergeet welke andere partijen belangrijke bijdragen leverden om tot een goed resultaat te komen. Dat is ook niet onze bedoeling. We geloven in mede-eigenaarschap en hopen steeds dat lokale actoren de verandering van hun omgeving zoveel mogelijk toe-eigenen. We hebben natuurlijk wel een aantal andere dingen verwezenlijkt, omdat we zijn beginnen praten over bepaalde zaken en zo het debat hebben vormgegeven. Wij proberen een verhaal op te bouwen rond hoe het anders kan. Je merkt dat dit zaadjes plant en dat er vervolgens projecten worden gerealiseerd vanuit een gedachtegang die wij mee hebben geïnspireerd. Het geeft een grote voldoening als je merkt dat het wordt opgepikt.
Het pamflet voor de sociaal rechtvaardige bouwshift wordt gelanceerd op 29/5. Meer info vind je hier.
Dit interview werd afgenomen door Marie Cuvelier (studente in de onderzoeksmaster aan de KU Leuven) en Rozelien Van Erdeghem (stafmedewerker bij het Kenniscentrum Kinderrechten).
0 reacties