Deze bijdrage geeft een overzicht van twee hete hangijzers in verband met het lopende terreurproces over de aanslagen op 22 maart 2016, namelijk de kwestie van de glazen boxen en de geduchte naaktfouilles. De fundamentele rechten van de beschuldigden tijdens het assisenproces worden besproken, in het licht van nationale en supranationale rechtspraak met betrekking tot het recht op een eerlijk proces, het verbod van foltering, onmenselijke of vernederende behandeling en het recht op eerbiediging van het privéleven.